Het is niet altijd in het belang van het kind om hard op te treden tegen ouders die zich na een scheiding niet aan de omgangsregeling houden. Kinderen kunnen schade lijden, bijvoorbeeld als zij zich tegen hun zin gedwongen voelen naar de andere ouder te gaan.
Dat is de uitkomst van een op 9 mei gepubliceerd onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het onderzoeksinstituut bestudeerde in opdracht van minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) de gevolgen van de maatregelen die met name rechters kunnen treffen als ouders na een scheiding de afgesproken omgangsregeling met de kinderen niet nakomen.
De conclusies verschillen van de aanbevelingen die het expertteam ouderverstoting begin 2021 deed: om juist steviger op te treden tegen ouders die bij voortduring de omgang van de kinderen met hun ex blokkeren. In het uiterste geval zou een agent in burger de betreffende ouder kunnen waarschuwen dat er een sanctie aankomt, bijvoorbeeld een boete, als de omgangsregeling niet wordt gerespecteerd.
Voorbeelden van dwangmiddelen die de rechter nu al kan opleggen zijn het onder toezicht stellen van de kinderen, of omgang met de andere ouder verplichten onder begeleiding. De onderzoekers adviseren voorzichtig om te gaan met zulke dwang zolang nog niet goed is onderzocht of de reden waarom een ouder niet wil dat het kind naar diens ex gaat gegrond is. Daarom is het volgens hen belangrijk dat er, voordat een rechter een beslissing neemt, meer onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken van de weerstand van de ouder en mogelijk ook het kind rond de omgangsregeling. Dwangsommen kunnen volgens de onderzoekers in lichtere zaken soms wel effectief zijn.
Comments are closed